Gisteren was ik een aantal uren
bezig met het opruimen van kasten waarin ook een persoonlijk archief is
opgeborgen.
Ineens had ik het Kluborgaan ‘Ons Heerenveen’ van november 1966 in mijn handen,
gevonden tussen een stapel bladen van betaald voetbalclubs uit die tijd. Van
Ajax, Feijenoord en PSV tot Willem II en een reeks van clubs die al niet meer
als betaald-voetbalclub bestaan.
Ik was in die tijd naast speler, ook mede-redacteur
van het verenigingsblad van HVV ’t Gooi. In de bladen van collega-clubs vond
ik ‘eigen werk’ terug dat voor publicatie uit ''t Gooi-nieuws' was overgenomen. In het blad van
Heerenveen staat op pagina acht een artikel. Ik schreef daarin over de KNVB die clubs zwaar strafte voor onregelmatigheden rond het veld, maar
geheel voorbij ging aan een massale knokpartij op het middenveld tijdens de
interland Nederland-Tsjechoslowakijke.
Vol jeugdig en overmoed vuur trok
ik van leer en dat werd gretig door collegabladen overgenomen. Zo ook in 'Ons Heerenveen'. Als ik het teruglees, schud ik meewarig mijn hoofd.
Ik bezit nog stapels van het blad
’t Gooi-nieuws’. Het nummer van van mei/juni 1959, een jaar of vijf voor mijn
redacteurschap trok gisteren mijn aandacht. ’t Gooi, in vele seizoenen
concurrent van Heerenveen, was kampioen geworden van de tweede divisie. Het is
een club van meer dan 100 jaar met een roemrucht verleden.
Ik vertrok in 1972 naar omgeving
Alkmaar. Nog steeds is er een geel-zwart plekje in mijn hart en volg via
internet ’t Gooi-nieuws dat helaas geen schim meer is van het blad van toen.
Vandaag belde ik met de
echtgenote van voetbalvriend Hans waarmee ik vele jaren in ’t Gooi heb gespeeld; niet als begaafd
voetballer overigens. Hans was een harde werker en met een hoge stem spoorde
hij ons aan. Ik herinner mij nog goed hoe wij bij een 5-0 achterstand, tien
minuten voor tijd, die hoge stem hoorde roepen ‘kom op jongens, het kan nog’.
Maar Hans is die sterke man niet
meer en wordt verpleegd in een zorginstelling. We gaan er op bezoek en ik
hoop dat hij mij nog herkend.
Ik hoorde dat ’t Gooi, overigens
een boeiende vereniging voor dames en jeugd, niet meer in staat is een eerste
elftal voor Heren mee te laten doen in de competitie.
Dat nieuws uit mijn
voetbaltijd van toen, over de over Hans van nu en het eens roemruchte ’t Gooi, maken mij ronduit weemoedig. Het was
zo’n mooie tijd! Wat had dat voetbal een belangrijke plaats in ons leven.
Sinds mij verhuizing naar
Friesland heeft Heerenveen mijn belangstelling. Daar heeft dat artikel uit 1966
niets mee te maken. Dat is leuk, maar dat ontdekte ik pas later.
Maar voor de insiders hier: ik heb
in dit verband een reusachtige vlek op mijn conduitestaat.
Ik heb vanuit Alkmaar het supporterschap
van AZ meegenomen.
Hoe u mij een maal per jaar in
het Abe Lenstra-stadion kunt herkennen? Als het AZ meezit, ben ik de enige die
op de volle tribune op het voor mij geëigend moment blij opspringt. Dat kan niemand
ontgaan. 'Blijf zitten, man!' klinkt het nijdig.
Gelukkig is dat maar een keer per
jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten