dinsdag 9 januari 2018

Voetbal en weemoed



Gisteren was ik een aantal uren bezig met het opruimen van kasten waarin ook een persoonlijk archief is opgeborgen.
Ineens had ik het Kluborgaan ‘Ons  Heerenveen’ van november 1966 in mijn handen, gevonden tussen een stapel bladen van betaald voetbalclubs uit die tijd. Van Ajax, Feijenoord en PSV tot Willem II en een reeks van clubs die al niet meer als betaald-voetbalclub bestaan.

Ik was in die tijd naast speler, ook mede-redacteur van het verenigingsblad van HVV ’t Gooi. In de bladen van collega-clubs vond ik ‘eigen werk’ terug dat voor publicatie uit ''t Gooi-nieuws' was overgenomen. In het blad van Heerenveen staat op pagina acht een artikel. Ik schreef daarin over de KNVB die clubs zwaar strafte voor onregelmatigheden rond het veld, maar geheel voorbij ging aan een massale knokpartij op het middenveld tijdens de interland Nederland-Tsjechoslowakijke.
Vol jeugdig en overmoed vuur trok ik van leer en dat werd gretig door collegabladen overgenomen. Zo ook in 'Ons Heerenveen'. Als ik het teruglees, schud ik meewarig mijn hoofd.

Ik bezit nog stapels van het blad ’t Gooi-nieuws’. Het nummer van van mei/juni 1959, een jaar of vijf voor mijn redacteurschap trok gisteren mijn aandacht. ’t Gooi, in vele seizoenen concurrent van Heerenveen, was kampioen geworden van de tweede divisie. Het is een club van meer dan 100 jaar met een roemrucht verleden.
Ik vertrok in 1972 naar omgeving Alkmaar. Nog steeds is er een geel-zwart plekje in mijn hart en volg via internet ’t Gooi-nieuws dat helaas geen schim meer is van het blad van toen.

Vandaag belde ik met de echtgenote van voetbalvriend Hans waarmee ik vele jaren in  ’t Gooi heb gespeeld; niet als begaafd voetballer overigens. Hans was een harde werker en met een hoge stem spoorde hij ons aan. Ik herinner mij nog goed hoe wij bij een 5-0 achterstand, tien minuten voor tijd, die hoge stem hoorde roepen ‘kom op jongens, het kan nog’.
Maar Hans is die sterke man niet meer en wordt verpleegd in een zorginstelling. We gaan er op bezoek en ik hoop dat hij mij nog herkend.
Ik hoorde dat ’t Gooi, overigens een boeiende vereniging voor dames en jeugd, niet meer in staat is een eerste elftal voor Heren mee te laten doen in de competitie.

Dat nieuws uit mijn voetbaltijd van toen, over de over Hans van nu en het eens roemruchte  ’t Gooi, maken mij ronduit weemoedig. Het was zo’n mooie tijd! Wat had dat voetbal een belangrijke plaats in ons leven.

Sinds mij verhuizing naar Friesland heeft Heerenveen mijn belangstelling. Daar heeft dat artikel uit 1966 niets mee te maken. Dat is leuk, maar dat ontdekte ik pas later.
Maar voor de insiders hier: ik heb in dit verband een reusachtige vlek op mijn conduitestaat.
Ik heb vanuit Alkmaar het supporterschap van AZ meegenomen.

Hoe u mij een maal per jaar in het Abe Lenstra-stadion kunt herkennen? Als het AZ meezit, ben ik de enige die op de volle tribune op het voor mij geëigend moment blij opspringt. Dat kan niemand ontgaan. 'Blijf zitten, man!' klinkt het nijdig.

Gelukkig is dat maar een keer per jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Infantino was de naam

  Er komt een burger bij het loket ‘burgerzaken’ in zijn geboortestad Brig (Zwitserland). Het gelaat is grotendeels bedekt, maar de ambtenaa...