Vanuit actueel nieuws of actuele gebeurtenissen maak ik graag een flashback naar hoe het 'toen' was. Dat is regelmatig in de blogs terug te vinden.
zondag 28 januari 2018
Hans Schoevers (flashbackpacker): De gouden toiletpot voor Trump
Hans Schoevers (flashbackpacker): De gouden toiletpot voor Trump: De gouden toiletpot voor trump Donald Trump, de ons welbekende moderne versie van Dagobert Duck, staat niet bekend om zijn alles in...
zaterdag 27 januari 2018
De gouden toiletpot voor Trump
De gouden toiletpot voor trump
Donald Trump, de ons welbekende
moderne versie van Dagobert Duck, staat niet bekend om zijn alles innemende
bescheidenheid. Alles innemend is hij wel, maar de combinatie met bescheidenheid
gaat mank. Misschien was dit jou ontgaan, maar het Salomon Guggenheim Museum in
New York in ieder geval niet.
Zijn vraag om het ‘Landschap in
de sneeuw’ van van Gogh even te mogen lenen, werd met hoon ontvangen. ‘Donald,
je kan wat ons betreft de pot op’.
Dat zou een passende reactie zijn
geweest, ware het niet dat als tegenvoorstel een alternatief kunstwerk, de
gouden toiletpot met een waarde van meer dan 1 miljoen, werd voorgesteld. De
kunstenaar sprak van ‘het symbool van buitensporige welvaart’. Een pléfiguur
voor Trump en de zaak stinkt, mensen!
Mij bekropen direct twee vragen:
1. Hoe
zou ik het vinden om in het vervolg op een gouden pot te mogen poepen?
2. Hoe
zou Trump met deze pot omgaan?
De eerste vraag is gemakkelijk
beantwoord.
Ik zou onze woning direct
maximaal laten beveiligen. Ik zou een valse herdershond achter de voordeur laten
slapen. Ik zou onrustig zijn en bang zijn voor een overval.
Ik zou de WC-eend weggooien
vervangen door zachte groene zeep. Ik zou de sambal weggooien ter voorkoming
van vlekken na de dag van consumptie.
Ik zou 'aan de dunne' zijn van de
zorg, mij diep schamen voor dit symbool van buitensporige welvaart; potsierlijk
in een behoefte voorziend. Binnen de
kortste keren zou ik wensen dat deze pot onder de dikke kont van Trump terecht
zou komen.
Dat brengt mij bij vraag 2. Ik
zie het antwoord voor al mij.
Met veel egards wordt de pot het
Witte Huis binnen gereden. Het laat Trump volledig koud. Pas ’s avonds, als hij
zijn favoriete toiletruimte op de meest onverschillige wijze betreedt, laat hij
zijn pantalon met geweld afdalen, duwt zijn klein geslacht wat naar achter en
ploft met veel geweld op de gouden specsaver. Een korte glimlach, een hoop
lawaai, wild geveegd, even omkijken en grove boer. Dan ziet hij naast het
etiketje van de Italiaan Maurizian Cattelan, de maker van de pot, met heel
kleine letter gegraveerd: ‘BILL was here’. De agressieve tweet van die nacht
werd door de Witte Huisstaf bliksemsnel verwijderd.
De volgende ochtend draagt Trump
zijn schoonzoon Jared Kusher op de gouden pot op marketplace te verkopen. ‘Daar
krijg je geen drol voor’ zegt Jared. En zo was dat.
Zo kwam het dat Julio Poch werd
gecharterd om de pot ‘ergens boven Europa’ uit een vliegtuig te gooien. Jullie
voelen het al aankomen: de pot viel precies voor ons huis in het water. En daar
ligt hij nog, tussen de drolbaarsen. Ik heb er waterlelies in geplant en daaromheen
wat riet. Daar wordt de gouden pot elke dag bezocht door een oude, brutale en
buitensporig dikke rat die er wél in wil poepen.
zaterdag 13 januari 2018
Hans Schoevers (flashbackpacker): Mee naar Rinsma
Hans Schoevers (flashbackpacker): Mee naar Rinsma: Mee naar Rinsma Bijna niemand uit mijn familie- en kennissenkring zal het geloven, maar ik heb mij laten strikken om een middagje me...
Mee naar Rinsma
Mee naar Rinsma
Bijna niemand uit mijn familie- en kennissenkring zal het geloven, maar ik heb mij laten strikken om een middagje mee te gaan naar Rinsma in Gorredijk. Voor wie het niet weet: dat is een poepchique modezaak, hofleverancier en dus per definitie duur; zelf nog met de 50% opruimingskorting van dit moment. Volgens de website 'een dagje uit' is een bezoek aan Rinsma 'entertainment voor het hele gezin’. Maarten van Rossum zal je niet daar vinden, maar dat was ik eerst ook niet van plan. ‘Ben me besodemieterd’.
Ik hoorde onverwacht, vlak voor mijn besluitvorming, dat mijn buurman wél zo aardig was
geweest om met zijn vrouw mee te gaan. Hij had daar de tijd onder andere gedood
door in het Grand Fashion Café twee overheerlijke kroketten te eten. Nu ben ik door niets en niemand te verleiden, behalve dan door overheerlijke
kroketten. Het
is ook de reden dat ik van tevoren wist dat Rinsma ‘niets in mijn maat’ zou
hebben.
Met
water in de mond stapje ik het ‘luxe modeplein’ binnen. ‘Je kunt hier wachten’.
Ik zeeg neer aan een lange tafel met tijdschriften en kranten. Ik had al direct
in de gaten: ‘dit is een hangplek voor mannen’. Er hingen er een stuk of zes.
Allen zwijgzaam en in gedachten bij de vrouwen die liever alleen het paradijs
betreden en niet gevolgd willen worden door een man die consequent op de
prijskaartjes kijkt.
Ik
moet zeggen: ik vermaakte mij in deze luxe entourage. Het was net een
Amsterdams terras: lekker meiden kijken! Ze
scheumden kwetterend van rek naar rek; alleen, maar ook in clubverband. Ik
werd intussen regelmatig voorzien van koffie met koek en bereidde mij in
gedachten voor op een andere belangrijke versnapering.
Pas
toen de benedendieping was uitgekamd, mocht ik mee naar de horecavoorziening.
De twee kroketten waren inderdaad van een voortreffelijke kwaliteit. Ik
had er wel vier gelust. Eigenlijk
wilde ik nu wel weer naar huis, maar dat kon ik wel op mijn zo juist gevulde
buik schrijven. Er
waren nog twee etages af te werken.
Zo
kon het gebeuren dat ik op etage twee, op een hocker, het stuk entertainment
van dichtbij ging bekijken. De dames kwamen vanuit de paskamer om, vlak voor
mijn hocker, wiegend en draaiend hun gewaden te showen. Ik glimlachte minzaam,
maar vond dat ze allemaal nijdig terugkeken. Na verloop van tijd kwam ik er
achter dat ik voor hun spiegel zat.
Vriendelijke
adviseuses kwamen een praatje met mij maken. ‘Ik zit het allemaal eens lekker
aan te kijken’, zei ik. ‘Net een terras, meneer’. ‘Ja dat had ik mij ook
al bedacht’. Of ik nog koffie wilde. Het was maar al te duidelijk: ik moest
terug naar hangplek voor mannen. ‘Nee dank u. Ik blijf nog wel even hier
zitten. Ik vermaak mij best.’
De
koopmissie was geslaagd. We keerden terug in mijn woonplaats met een mooie
garderobe-uitbreiding precies op het moment dat buurman naar buiten
stapte. Hij deed een paar passen in onze richting, keek naar de Rinsma-tas,
glimlachte naar mij en zei: ‘lekker hé, die kroketten’.
dinsdag 9 januari 2018
Voetbal en weemoed
Gisteren was ik een aantal uren
bezig met het opruimen van kasten waarin ook een persoonlijk archief is
opgeborgen.
Ineens had ik het Kluborgaan ‘Ons Heerenveen’ van november 1966 in mijn handen,
gevonden tussen een stapel bladen van betaald voetbalclubs uit die tijd. Van
Ajax, Feijenoord en PSV tot Willem II en een reeks van clubs die al niet meer
als betaald-voetbalclub bestaan.
Ik was in die tijd naast speler, ook mede-redacteur
van het verenigingsblad van HVV ’t Gooi. In de bladen van collega-clubs vond
ik ‘eigen werk’ terug dat voor publicatie uit ''t Gooi-nieuws' was overgenomen. In het blad van
Heerenveen staat op pagina acht een artikel. Ik schreef daarin over de KNVB die clubs zwaar strafte voor onregelmatigheden rond het veld, maar
geheel voorbij ging aan een massale knokpartij op het middenveld tijdens de
interland Nederland-Tsjechoslowakijke.
Vol jeugdig en overmoed vuur trok
ik van leer en dat werd gretig door collegabladen overgenomen. Zo ook in 'Ons Heerenveen'. Als ik het teruglees, schud ik meewarig mijn hoofd.
Ik bezit nog stapels van het blad
’t Gooi-nieuws’. Het nummer van van mei/juni 1959, een jaar of vijf voor mijn
redacteurschap trok gisteren mijn aandacht. ’t Gooi, in vele seizoenen
concurrent van Heerenveen, was kampioen geworden van de tweede divisie. Het is
een club van meer dan 100 jaar met een roemrucht verleden.
Ik vertrok in 1972 naar omgeving
Alkmaar. Nog steeds is er een geel-zwart plekje in mijn hart en volg via
internet ’t Gooi-nieuws dat helaas geen schim meer is van het blad van toen.
Vandaag belde ik met de
echtgenote van voetbalvriend Hans waarmee ik vele jaren in ’t Gooi heb gespeeld; niet als begaafd
voetballer overigens. Hans was een harde werker en met een hoge stem spoorde
hij ons aan. Ik herinner mij nog goed hoe wij bij een 5-0 achterstand, tien
minuten voor tijd, die hoge stem hoorde roepen ‘kom op jongens, het kan nog’.
Maar Hans is die sterke man niet
meer en wordt verpleegd in een zorginstelling. We gaan er op bezoek en ik
hoop dat hij mij nog herkend.
Ik hoorde dat ’t Gooi, overigens
een boeiende vereniging voor dames en jeugd, niet meer in staat is een eerste
elftal voor Heren mee te laten doen in de competitie.
Dat nieuws uit mijn
voetbaltijd van toen, over de over Hans van nu en het eens roemruchte ’t Gooi, maken mij ronduit weemoedig. Het was
zo’n mooie tijd! Wat had dat voetbal een belangrijke plaats in ons leven.
Sinds mij verhuizing naar
Friesland heeft Heerenveen mijn belangstelling. Daar heeft dat artikel uit 1966
niets mee te maken. Dat is leuk, maar dat ontdekte ik pas later.
Maar voor de insiders hier: ik heb
in dit verband een reusachtige vlek op mijn conduitestaat.
Ik heb vanuit Alkmaar het supporterschap
van AZ meegenomen.
Hoe u mij een maal per jaar in
het Abe Lenstra-stadion kunt herkennen? Als het AZ meezit, ben ik de enige die
op de volle tribune op het voor mij geëigend moment blij opspringt. Dat kan niemand
ontgaan. 'Blijf zitten, man!' klinkt het nijdig.
Gelukkig is dat maar een keer per
jaar.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Infantino was de naam
Er komt een burger bij het loket ‘burgerzaken’ in zijn geboortestad Brig (Zwitserland). Het gelaat is grotendeels bedekt, maar de ambtenaa...
-
In het Wiki-woordenboek kwam ik het woord 'Minkukel' tegen met als uitleg: Het woord is geïntroduceerd door Marten Toon...
-
Voor mij ligt een verjaarskaart van Ulla Popken, een van de bekendste internetleveranciers van lijf omhullende lappen en lederwaren...
-
In deze week, waarin overal in de wereld door een foto van een aangespoeld jongetje, mensen 'wakker' zijn geworden met betrekki...