Vorig jaar, exact op zijn verjaardag, had ik op een
rustig moment een kort gesprekje met Sinterklaas. Ik vroeg hem hoe hij het toch
klaarspeelde om elk jaar weer just-in-time miljoenen pakjes voor de juiste
personen op de juiste plaats af te leveren.
De Sint keek mij glimlachend aan. Hij kent mijn
belangstelling voor, en kennis van, goederenlogistiek. ‘Kom het maar eens
bekijken’ luidde de uitnodiging.
Ik was het alweer vergeten toen in september een
aangetekende brief werd bezorgd met een vliegticket en een voucher voor autohuur
in Madrid. Ik was verbouwereerd, dacht aan een grap, maar het was menens. Met
enige moeite maakte ik de agenda vrij en met een gevoel van opwinding stapte ik
in het vliegtuig naar de Spaanse hoofdstad. De auto stond klaar en ik reed naar
het opgegeven adres in de prachtige omgeving van Madrid.
Even dacht ik aan een misverstand. Ik stond voor het
hek van een groot terrein waarop een schitterend paleis, dat werd omringd door
reusachtige bedrijfshallen. Net voordat ik de auto wilde keren, viel mijn oog
op een bescheiden toegangsbord met de tekst ‘Nikolaas logistic center’.
Naar lucht happend, werd ik begeleid naar het
paleis om plaats te nemen aan en lange tafel in een grote zaal. ‘Nico komt zo’.
Een statige heer op leeftijd, in een gedistingeerd
grijs gestreept pak, gedeeltelijk door witte baard bedekt, riep joviaal ‘Hoi
Hans’ en plofte naast mij in een stoel.
Het zou mij snel duidelijk worden: hier zat de
bezitter en leider van het grootste modernste logistiek centrum van Europa.
‘Sinterklaas ik herkende u niet in deze outfit’.
Sint bulderde van het lachen. ‘Zeg maar Nico. We
hebben hier een informele bedrijfscultuur. Wat dacht je, Hans Schoevers, dat een
man op leeftijd, zonder met de tijd mee te gaan, een logistieke prestatie van
dit formaat kan leveren? Met een schimmel en een paar zwarte Pieten?’
Sint leidde mij rond, doorlopend ‘whatsappend’ op
een Iphone. Eerst door de enorme fabriekshallen, de binnenkomst van goederen,
de opslag en het orderpicken en maken van pakjes. Alles was volledig gerobotiseerd;
ieder cadeau voor iedere Nederlander. Nico glimlachte doorlopend en genoot van
mijn stomme verbazing. Het paleis was onderkomen voor de maximaal
gecomputeriseerde ondersteunende diensten, zoals inkoop, boekhouding, geheime
dienst met hackers voor alle Nederlandse computers en de afdeling Human
Resource.
Doodmoe van alle indrukken, gebruikte ik het
avondeten aan tafel met Nico. ‘Wat heeft, naast de fysieke uitvoering van mijn werk,
nog indruk op je gemaakt?’ Op die vraag had ik direct het antwoord klaar: ‘Kundig
en keurig personeel, gemotiveerd, allemaal een gelukkige uitstraling en……mensen
uit alle windstreken van de wereld; donker, blank, getint, geel, rood, perfect en in vrede samenwerkend.'
Nico verzuchtte: Ik ben geen racist, ik heb geen
slaven en ik beloon ze als waren het mijn kinderen.
Ik kreeg een brandende vraag:’Sint waarom komt u
niet gewoon naar voren als de moderne Heiligman, die ik hier voor mij zie.
‘Jongen, het Sinterklaasfeest in Nederland is
gebaseerd op tradities; honderden jaren oud. Dit bedrijf is erop gericht al die
mooie tradities in ere te houden. Die
tradities, daar moet je van afblijven.
Er verschenen tranen in de ogen van de Sint. Kort
daarna vinnig: ‘Zijn ze in Nederland helemaal besodemieterd. Mij als slavenbaas
afschilderen! Van mij verlangen dat ik mijn zwarte medewerkers in het vervolg
wit, rood, groen en poepkleur verf. Protesteren en vechten, terwijl ik
traditioneel langs rijd voor het plezier van heel Nederland. Het heeft mij emotioneel
gebroken.'
Ik antwoordde geschrokken:‘Nico, ik begrijp je. Het
is maar is maar een minderheid in ons land’.
‘Hans, ik heb je hier uitgenodigd om je te vragen
in een blog het Nederlandse volk te informeren dat ik, als moderne Sinterklaas,
er mee stop. Ik zorg er in het vervolg alleen nog voor om de pakjes, just-in-time
te leveren op de juiste plaats: bij nep-Sinterklazen.
Laat al die kleding hurende nep-Sinterklazen met hun
nep-Pieten in kleuren van de regenboog, de pakjes vanaf nu maar verdelen. Doe ze
de groeten en zeg maar dat ik weer kom als de tradities weer in ere zijn
hersteld en mijn donkere medewerkers weer zijn zoals ik ze introduceer:
vrolijke donkere mensen, vriendjes van alle soorten en kleuren kinderen, te benijden
om hun rol en nog populairder dan Sint. Ik
houd van ze. Ik ken geen racisme.
Ik vloog terug naar Nederland, geïmponeerd door wat
ik gezien heb, maar met een vervelende boodschap.
De echte Sinterklaas
komt niet meer.
Het enige dat dit kan voorkomen, is: Al de mooie tradities in ere houden'. Met respect voor elkaar en vooral blijven geloven in de echte Sinterklaas; die goede heer.