Ik was toe aan een nieuwe bril. Die loertang staat inmiddels
op mijn neus en degenen die mij aankijken, zeggen dat het een sieraad is. Ik zie inmiddels breed, diep en scherp en dat
is mooi meegenomen. Bovendien ben ik goed geholpen; met een concurrerend
aanbod.
Als je aan een bril toe bent, dan kijk je eerst met één oog
naar de reclames van de diverse brilboeren. Humor troef. Een kippige agent die
een oud vrouwtje als wegpiraat op de bon slingert, een veearts die met stethoscoop
constateert dat de hartslag van een bontmuts is opgehouden, een visagiste met
schreeuwende haarkleur die jouw esthetische belangen gaat behartigen; het kan
niet op.
Ineens was daar ook Jan Smit, de notenbalker uit Volendam, die
kennelijk wat meer zakgeld nodig had en zich voor drie jaar aan Pearl verkocht.
‘Pearl, Pearl, Pearl’ . De meest irritante Loden Leeuwreclame die eerder
klanten wegjaagt, dan aantrekt.
Ik wilde ook niet behoren tot het toegezongen ‘testikelenpubliek’
en heb dus, na jarenlange trouwe klandizie, Pearl geërgerd de kont toegekeerd. Dat
is eigenlijk heel toepasselijk als je het over een bril hebt.
Eerlijk gezegd, denk ik dat Jan voor zijn zakgeld beter op
zijn plaats is bij een andere firma; een die juist graag heeft dat u hen de
onderrug toekeert.
‘Sphynx, Sphynx, Sphynx!’
Niet
op een steiger, maar in een heel klein kamertje.