Ik lees vanmorgen tot mijn
verbazing in het ochtendblad dat er een uitgebreid onderzoek heeft
plaatsgevonden naar de cognitieve vermogens van hommels. De conclusie is dat hommels
veel slimmer zijn dan wij altijd hebben gedacht.
Het langdurig en kostbaar onderzoek
vond plaats in de Queen Mary Universiteit van Londen. Het resultaat werd door
Olli Loukala vastgelegd in een studie die verscheen in het blad Science. Ook in
Leiden is bij het Naturalis Biodiversity Center hiervoor grote belangstelling.
Mijn blijdschap kent geen grens! Ik
had dit altijd al graag willen weten. Het vereiste een investering van een paar
miljoen, maar wie daar op let is een mierenneuker.
Over dat laatste gesproken: het woord
‘ mierenneuken’ spruit voort uit een onderzoek waarbij wetenschappers de
seksuele gedragingen van mieren onder de loep namen. Hartelijk
dank.
In Londen werden vele generaties hommels
gedresseerd om meer te doen dan alleen voedsel en honing zoeken. Met een
plastic nephommeltje werd een balletje verplaatst en na eindeloos ‘voordoen’,
begonnen de intelligentste hommels dit spelletje
te kopiëren. Een soort klootschieten voor hommels, dus.
Het belangrijkste resultaat van
dit onderzoek is, naar mijn mening, de invloed op ons taalgebruik.
Een ‘kloothommel’ is vanaf nu buitengewoon
intelligent.